Ga naar de inhoud
Home » Blogs » Hoe het is om bij een studentenvereniging te zitten

Hoe het is om bij een studentenvereniging te zitten

    Rede uitgesproken vanwege de aanvraag van het reünistschap der College Chaos op de algemene vergadering van 18 mei 2021. 

    Waarde leden, waarde reünisten,

    Voor wie mij al langer kent, wees gerust. Ik zal het niet al te lang houden aangezien dit ook mijn blog voor deze week wordt.

    Vandaag richt ik mij tot jullie om niet alleen de hoogtepunten uit mijn tijd bij Chaos[1]De naam van mijn dispuut. te bespreken, maar graag deel ik ook de momenten waar ik veel van heb geleerd. 

    Zoals velen voor mij kwam ook ik door toeval en een samenloop van omstandigheden bij Unitas terecht. Het was op een vrijdagavond aan het eind van de zomer. Over een paar weken zou ik braaf het tweede jaar van mijn rechtenstudie ingaan, maar een goede vriend van me, Atabaki[2]Dat is zijn achternaam, zoals de meeste verenigingsleden elkaar noemen. Zo word ik ook door iedereen simpelweg ‘Gu’ genoemd en soms vergeet iemand ook wat mijn voornaam is., logeerde bij mij in Amsterdam. Hij deed namelijk mee met de VU-introductieweek en had zich eerder die dag al ingeschreven op Unitas. Diezelfde avond ging hij ook naar het open feest en ik ging voor de grap met hem mee.

    Ik kwam in een totaal andere wereld dan ik kende van het uitgaansleven, dat ik ook pas één jaar had meegemaakt. De muziek bonkte uit de speakers en de knusse borrelzaal was net zo vol met mensen als de Kleine Cooldown op de donderdagavond, maar in plaats van te dansen, stonden de meeste met elkaar te praten en drankspelletjes te spelen aan losse tonnen en barretjes. Ik kreeg constant bier, sprak ook een heleboel mensen, deed mee met allerlei spelletjes, en had ik al gezegd dat ik constant bier kreeg? Kortom, het was echt heel studentikoos, zoals iedereen het altijd noemt.

    Op een gegeven moment ben ik in een goede stemming door een Minuiter[3]Iemand van een ander dispuut genaamd Minuit. naar de inschrijftafel begeleid en een paar dagen later mocht ik samen met Atabaki de paklijst ophalen voor het kamp, oftewel: de kennismakingstijd.

    Op kamp

    Op het kamp heb ik de meeste van mijn toekomstige jaargenoten al kunnen ontmoeten. Zo kwam ik Esther, met wie ik nog op de basisschool heb gezeten, al op het station bij de kamplocatie tegen. En als dat nog niet genoeg toeval was, kwamen we later ook nog allebei terecht bij Chaos. Alsof het lot het zo bepaald heeft. 

    Bij het appèl stond ik altijd een rij verder dan die van Daan, dus met hem sprak ik toen al best veel tussen de activiteiten door.

    Mijn eerste ontmoeting met Chiara kan ik moeilijk vergeten. Ze zat tijdens het avondeten aan tafel naast Atabaki en ik zat wat verderop aan dezelfde tafel – of een andere, dat weet ik niet precies meer. Toen ze even wegging, was ik op haar plek gaan zitten zodat ik met hem kon praten. Het toeval bestond dat toen het eten werd uitgeserveerd en op Chiara’s plek, waar ik was gaan zitten, werd een grotere portie neergezet dan waar ik eerst zat.

    Net op dat moment kwam Chiara terug en het leek voor haar alsof ik om die reden haar plek had toegeëigend. Er ontstond een kleine opschudding, waarbij ik haar niet kon overtuigen van het feit dat ik niet met voorbedachten rade op haar plek was gaan zitten. Maar goed, ik wist vanaf het eerste moment dat deze meid haar mannetje kon staan.

    Alleen met Alette heb ik nooit gesproken totdat we bij Chaos kwamen, maar inmiddels hebben we dat ruimschoots gecompenseerd.

    Mijn eerste jaar als lid

    Mijn keuze om bij Chaos te gaan was snel gemaakt. Al vanaf het eerste moment viel het me al op dat iedereen heel oprecht was en diens authentieke zelf. Ik was dan ook dolgelukkig op de avond dat we te horen kregen bij wie we terecht kwamen. Over de groentijd[4]Periode als aspirant-lid van Chaos. kan ik een heel boek volschrijven, maar voor alle jongerejaars laat ik het hierbij en volsta ik door te zeggen dat we constant samen waren en we elkaar allemaal goed hebben leren kennen. 

    De rest van het eerste jaar, toen we écht lid waren en de activiteiten vooral bestonden uit de wekelijkse borrel, gebeurde er iets vreemds. Ik begon steeds meer een bepaalde druk te voelen op de avond voordat ik naar de borrel ging. Het was een benauwend gevoel dat ik niet had in mijn eerste jaar, wanneer mijn studievrienden en ik op donderdagavond bij iemand thuis wat gingen drinken en ons later naar het Leidseplein begaven. 

    Aan de ene kant was het misschien de groepsdruk, zoals de regel die we hebben dat je altijd voor een bepaald tijdstip het bestuur moet bellen om te melden dat je later of helemaal niet komt. Nog steeds heb ik hier een dubbel gevoel over. Als ik ging, had ik het uiteindelijk wel naar mijn zin, dus het was wel nodig om mezelf een denkbeeldige schop onder de kont te kunnen geven, maar ik kan me ook voorstellen dat het juist demotiverend werkt voor een ander.

    Aan de andere kant was het waarschijnlijk ook grotendeels een druk die ik mezelf oplegde. Ik wilde altijd mijn beste kant laten zien, ging altijd in jasje-dasje en wilde mezelf bij iedereen bewijzen. Dat alles terwijl ik eigenlijk nog een heel gesloten persoon was en het me in het begin nog echt veel moeite kostte, alleen al om aanwezig te zijn.

    Gelukkig herontdekte ik per toeval het boek Niemand in de stad van Philip Huff, doordat mijn zusje een boekverslag deed over een ander boek van hem. Ik las het boek voor de eerste keer en herkende veel van mezelf in de verschillende personages, die ook in Amsterdam bij een studentenvereniging zitten, maar naast alle borrels en feesten, eigenlijk nog op zoek zijn naar zichzelf. 

    De druk die ik voelde, was dus blijkbaar iets dat bij het verenigingsleven hoorde en onderdeel is van het proces om je ware zelf te worden. Dus ik bleef naar de borrels gaan, ook op momenten dat ik er tegenop keek.

    Chaos: Year Two

    Tegen het eind van het eerste jaar vond ik pas echt mijn draai in het verenigingsleven. Ik werd voorzitter van de Hap’cie en in het tweede jaar kwam ik samen met Daan in het bestuur van de Boot’cie.[5]Respectievelijk de commissie die zorgt voor hapjes op de algemene (leden)vergaderingen van Chaos en de commissie die onze boot beheerde (totdat we deze verkochten, eveneens in het tweede jaar).

    Ook ben ik dat jaar penningmeester van de Mensacommissie van Unitas geweest. Om de week deed ik boodschappen voor het tostiuurtje, maar ook moesten we een aantal keer eten voor de borrel organiseren, waaronder ook het bereiden ervan samen met wat eerstejaars. Dat laatste was een bijzondere ervaring, ondanks dat ik uit de horeca kom. 

    Beetje bij beetje ging alles steeds makkelijker en durfde ik meer mezelf te zijn. Ik leerde ook steeds meer om in het hier en nu te leven. Zo kocht ik eindelijk mijn eerste camera en ging van alles vastleggen zoals mijn eerste Heerenweekend in Leuven en onze groep tijdens het Unitas-gala.

    Met alle commissie-ervaring die ik opdeed, zag ik het ook steeds meer zitten om bestuur te gaan doen en dit lukte. Esther werd gekozen als P(raeses)[6]Voorzitter. en ze vroeg Chiara als Ab(actis)[7]Secretaris. en mij als Q(uaestor)[8]penningmeester) van het mooiste college dat Unitas rijk is. 

    Mijn bestuursjaar

    En zo begon ook mijn derde jaar vol met nieuwe ervaringen en bezigheden. Ik wist nog niets over boekhouden, dus bij elke nieuwe transactie die ik verwerkte, moest ik ook even uitzoeken hoe het moest. 

    Twee maanden na de inhuldiging als bestuur, ging ik ook via Sanne en Kayleigh[9]Twee ouderejaars van Chaos. werken bij Mobility Concept, waar ik ook weer veel nieuwe vaardigheden leerde, zoals hoe je met zakelijke klanten om moet gaan en samenwerken met collega’s. 

    Dat jaar leerde ik echter ook iets over mezelf. Midden in het zomerreces, merkte ik een paar weken lang dat ik snel moe was en kreeg ik last van extreem droge ogen. Overdag ging het nog wel, maar ‘s avonds was het net alsof iemand uien onder je neus zit te snijden met de huis-tuin-en-keuken-techniek in plaats van de beproefde methode van Jamie Oliver.

    Later kwam ik erachter dat het typische verschijnselen van oververmoeidheid waren. Ik had mezelf blijkbaar te hard gepusht om, naast mijn bijbaantje en hulp in het restaurant, wekelijks de boekhouding bij te werken, al mijn maandelijkse overzichtjes te maken en bij alles aanwezig te zijn. Geregeld was ik tot laat in de avond c.q. vroeg in de ochtend bezig om iets uit te pluizen. Ik wilde heel graag mijn taak als quaestor perfect vervullen, mijn werk uitvoeren, én mijn ouders helpen, maar dacht daarbij nergens anders aan.

    Zo leerde ik dus door mijn bestuursjaar tevens om meer op mijn eigen grenzen te letten, maar ik heb ook ontdekt wat ik met mijn vervolgstudie wilde. Ik merkte door alle nieuwe dingen die ik leerde, dat ik de uitdaging in mijn studie miste en vooral de financiële kant. Via mijn werk bij Mobility Concept kwam ik ook erachter dat ik het technologische mistte. Zo ben ik dus bij mijn master Tax & Technology aan de VU uitgekomen. 

    Daarnaast merk ik nog steeds dat ik door al het borrelen veel makkelijker gesprekken kan aanknopen met nieuwe mensen dan eerst. Inmiddels heb ik ook een mooi werkstudentschap bij een groot kantoor en ben ik nóg meer aan het leren over de interessante kanten van het belastingrecht, evenals de praktische toepassing ervan.


    Woorden van dank

    Aan het slot gekomen van mijn rede, maak ik graag van de gelegenheid gebruik om enkele schittermagische woorden van dank uit te spreken. 

    Waarde heer Cox, beste Daan

    Ik vergat soms dat je twee studies tegelijk deed, aangezien je altijd vol energie bent en voor iedereen klaarstaat. Aan doorzettingsvermogen heb jij geen tekort en dat bewonder ik zeer. Jij blijft nog even lid als onze huidige Praeses, maar voordat je het weet is je bestuursjaar voorbij. Dus ondanks dat het een raar jaar is, hoop ik dat je desondanks nog even goed kunt genieten van de macht van je vestje.

    Waarde e.t. senatoren, beste Chi en Es,

    Ik wil jullie beide nog bedanken voor het mooie bestuursjaar dat we samen hebben gedraaid. Ik had me geen fijnere of meer capabele mede-bestuursgenoten kunnen bedenken. Es, jij weet altijd orde te houden, maar tegelijkertijd altijd vriendelijk te blijven. En Chi, zowel jouw creativiteit, als jouw oplossingsgerichte denken, maken dat knopen altijd snel doorgehakt worden. In onze groepsapp waren kwesties vaak al opgelost, voordat ik zelf kon lezen waar het over ging. Het was voor mij dan ook geen verassing dat jullie beide senatoren werden na ons jaar samen.

    Beste Alette,

    Onze vriendschap is voor mij een bijzondere. Ik kan het niet op één vlak plaatsen. Misschien is het wel onze passie voor muziek, het feit dat we allebei houden van veel eten of dat we allebei iets met onze carrière willen doen om de wereld te verbeteren. In ieder geval, we kunnen het perfect met elkaar vinden en je bent voor mij een grotere steun dan je je kunt voorstellen.

    Dan wil ik nog de Groen’cie onder leiding van de heer Temming bedanken voor het bijdragen aan onze jaarband en mevrouw Hermans, oftewel Bella, voor het oprichten van de Hap’cie, mijn allereerste commissie.

    Om wille van de tijd laat ik het hierbij. Desondanks wil ik nog iedereen bedanken die ik niet heb genoemd. 

    Geachte aanwezigen,

    Dank u allen voor uw aandacht. Ik hoop dat jullie het allemaal hebben kunnen volgen, maar als ik jullie twee adviezen mag meegeven, dan zijn dat de volgende.

    Grijp alle unieke kansen die  Unitas en Chaos je te bieden hebben, maar wees ook niet bang om soms tijd voor jezelf te nemen. Échte vrienden zullen dat begrijpen, en bij Chaos heb je daar geen tekort aan. 

    En, zoals Steve Jobs altijd zei: One More Thing, de kaasstengels van de Dirk zijn écht de beste! 

    Dus, Chaos, mag ik de eer krijgen om het reünistschap te betreden?

    Ik heb gezegd.

    Voetnoten

    Voetnoten
    1 De naam van mijn dispuut.
    2 Dat is zijn achternaam, zoals de meeste verenigingsleden elkaar noemen. Zo word ik ook door iedereen simpelweg ‘Gu’ genoemd en soms vergeet iemand ook wat mijn voornaam is.
    3 Iemand van een ander dispuut genaamd Minuit.
    4 Periode als aspirant-lid van Chaos.
    5 Respectievelijk de commissie die zorgt voor hapjes op de algemene (leden)vergaderingen van Chaos en de commissie die onze boot beheerde (totdat we deze verkochten, eveneens in het tweede jaar).
    6 Voorzitter.
    7 Secretaris.
    8 penningmeester
    9 Twee ouderejaars van Chaos.