In Aziatisch taalgebruik is familie een heel ruim begrip. Laatst was ik bij de eerste verjaardag van mijn achter-achter-achter-achterneefje in Delft. Het blijft me maar verbazen, hoe vaak ik ook denk: “Oké, nu heb ik iedereen van mijn familie wel een keer gezien,” vervolgens komt er bij een familie-etentje dan toch weer een andere verre oom of tante naar mij toe om zich voor te stellen. Toch denk ik bij het woord ‘oom’ slechts aan één persoon, namelijk de jongere broer van mijn moeder. Het is in mijn familie een terugkerend fenomeen dat neefjes en ooms, evenals nichtjes en tantes, veel op elkaar lijken, nog meer dan op een van hun eigen ouders. Zowel qua uiterlijk, als doen en laten. Zo ook mijn oom en ik. Daarbij komt dat wij niet zo veel schelen qua leeftijd – zo’n 14 jaar. Voor de meeste mensen lijken we dan ook broers. Met zijn 1 meter 85 is hij de langste persoon in mijn moeders kant van de familie, waarna ik hem met een paar centimeter als tweede volg. Met ons zwarte onstuimige haar en onze lange benen zijn we van een afstandje moeilijk te onderscheiden. We delen zelfs dezelfde allergieën.
Toen hij jaren geleden nog Technische Bedrijfskunde studeerde, en ik nog op de middelbare zat, werkte hij in het weekend bij mijn ouders in het restaurant. Hij hielp tijdens de drukte achter de receptie c.q. kassa, maar hij deed daarbuiten vooral de ICT-gerelateerde klusjes. Hij was geïnteresseerd in alles wat maar met tech te maken had en ik keek graag met hem mee.
Omdat zijn studentenkamer op ruim anderhalf uur rijden lag, in Enschede, logeerde hij altijd zaterdagnacht bij ons, in de logeerkamer op zolder naast de mijne. Veel van zijn studententijd heb ik niet meegekregen, maar ik merkte toen al wel dat echte studenten nachtmensen zijn. Als ik naar bed ging en hem welterusten wenste, zat hij nog altijd achter zijn laptop iets voor mijn ouders te regelen of een serie te kijken. Dat kon van alles zijn, maar meestal was het animé, Japanse tekenfilms. Zodoende ben ik ook liefhebber daarvan geworden.
Na zo’n late avond was hij zondagochtend dan ook steevast de laatste die opstond, niet veel eerder dan twaalf uur. Dat was maar goed ook, want hij hield ervan om een muziekje op te zetten terwijl hij de badkamer drie kwartier bezet hield. Een halfuur hiervan besteedde hij aan het in model brengen van zijn haar met een potje L’Oréal Remix. Mijn vader was allang vertrokken naar de zaak om van alles voor te bereiden, maar mijn oom kwam op zijn dode gemak nog gezellig aanschuiven bij de eettafel, waar ik al huiswerk zat te maken, om vervolgens een volle kom Quaker chocolade Cruesli met magere yoghurt naar binnen te werken. We hadden het over van alles: een lastige opgave voor wiskunde, de nieuwste afleveringen van onze favoriete animé of recent uitgebrachte computeronderdelen. Zo ging dit elke week. Veel mensen kijken als kind op tegen hun vader, maar ik keek op naar mijn grote oom.
In zijn tiende studiejaar werd echter de langstudeerboete ingevoerd. Het werd duidelijk dat mijn oom zijn masterscriptie zou moeten inleveren en aan zijn carrière zou moeten beginnen. Daarbij heb ik ook een kleine bijdrage geleverd toen ik meeging om enquêtes voor het marktonderzoek van zijn scriptie te verspreiden. Rond diezelfde tijd waren mijn ouders volop bezig om een nieuw tweede restaurant in het centrum van de stad te beginnen, waar een nieuw complex werd gebouwd. Omdat deze zaak naast de oude zou bestaan, zochten ze nog familieleden die de dagelijkse leiding op zich wilden nemen. Mijn oom was al geruime tijd betrokken hierbij, maar nu zat het er echt aan te komen. Het begin van de bouw van de nieuwe zaak en zijn scriptietraject vielen ook samen. Een onderwerp voor je scriptie en als pas-afgestudeerde gelijk een eigen zaak hebben, hoe kun je daar nee tegen zeggen?
Zo kwam er voor mijn oom een einde aan een tijd van zorgeloosheid en vrijheid. Hij deed zijn scriptie over het opzetten van het nieuwe restaurant en ondertussen hielp hij mijn ouders bij het regelen van de vulling van het pand. Alsof dit alles nog niet voldoende was, bleek het ook tijd voor mijn oom om in het huwelijksbootje te stappen. Dit kwam voor mij allerminst als een verrassing, aangezien ik twee jaar eerder met mijn oom en mijn grootouders mee op vakantie was in China.
Ik was natuurlijk al wel eens vaker in het land van mijn vader en voorvaders geweest, maar het leek mijn ouders een goed idee om na de brugklas eens vanuit een ander perspectief op reis te gaan en mijn moeder had uiteraard vertrouwen in de waakzaamheid van haar eigen ouders. Dat zou mij hopelijk wat zelfstandiger en assertiever maken, was de gedachte.
Op een avond kregen we bezoek. We hadden net gegeten met z’n vieren en mijn opa was in de keuken volop bezig om de taaie overgebleven ‘biefstuk’ te verwerken tot draadjesvlees voor de volgende dag toen de bel ging. Mijn oma vroeg me met een grote glimlach of ik de eer wilde nemen om de deur open te doen voor onze speciale gasten. Daar stonden ze dan: een kennis van mijn oma en hun vrijgezelle dochter.
“Yung-Fa, snijd de watermeloen maar aan!” riep oma vanuit de woonkamer. Het appartement had maar twee slaapkamers, maar de luxueuze tussendeur van de keuken schermde naast alle kooklucht ook het geluid af van de keuken, waardoor mijn oma haar volume moest gebruiken.
Een paar tellen later kwam mijn opa uit de keuken gehold met de zoveelste schaal van het roze fruit dat ik die maand in China bij elk bezoek gepresenteerd kreeg. Traditie, noemt men dat. De toekomstige schoonouder begon meteen mijn opa en oma te complimenteren op de eigentijdse inrichting van hun woning, terwijl mijn oom in het Mandarijn een poging bij hun dochter deed om te vragen of ze Engels sprak. “Yes, I do!” zei ze met een hoge stem en ze begonnen in het Engels elkaars hobby’s uit te wisselen. In de tussentijd pakte ik toch maar een stuk meloen van de schaal.
Een paar uur en een hele watermeloen later liet ik het tweetal weer de deur uit en mijn opa bracht de schaal met de groene schillen en pitjes naar de keuken. Althans, de keuken die zich achter de glazen tussendeur en de zwarte rook moest bevinden– het vlees stond nog op het vuur!
Inmiddels heeft mijn oom dus het restaurant van mijn ouders ingeruild voor het zijne en heeft hij zijn eigen huis. Hij woont nu in dezelfde stad als mijn ouders, maar zijn dagen zijn gevuld met werken in het restaurant en met het vermaken van zijn vrouw en twee kinderen. Nu ben ík de student en ga ik in het weekend vanaf mijn studentenkamer naar mijn ouders en ’s avonds laat zit ik nog even een paar uur achter mijn laptop om hoorcolleges terug te kijken. Of ik het familiebedrijf over ga nemen? – Nee, dat lijkt me niets voor mij.
Correctie (16 mei 2021): In een eerdere versie stond dat beide toekomstige schoonouders aanwezig waren, maar het was alleen moeder en dochter. De vader hebben we een paar dagen later ontmoet in het huis van de schoonfamilie, alwaar ik wederom een grote schaal met verse watermeloen kreeg. De blog is gecorrigeerd om dit recht te zetten, te weten in alinea 8, 10 en 11.